donderdag 23 september 2010

Polystichum, divers en wereldwijd voorkomend

Polystichum is een van de tien grootste varengeslachten, er zijn ongeveer 260 soorten wereldwijd.
Het is bovenal een varen die de voorkeur heeft voor berggebieden. In de buurt van de evenaar is deze soort nooit onder de 1000 m aangetroffen, evenals in gematigde streken. Deze varensoort is voornamelijk aan te treffen in montane gebieden. Soorten binnen dit geslacht groeien vaak onder of op rotsen , en ze lijken een voorkeur te hebben voor het groeien op schuine hellingen. Maar ook verstoord bosgebied is favoriet. Een van de meest Polystichum-rijke plekken in de wereld bevindt zich in Japan waar hij zich ruimschoots bij herplanting van bossen verspreidt. 

Er zijn ook een paar ongewone vindplaatsen van Polystichum bekend. In verschillende delen van de wereld, waaronder Nieuw-Guinea , de Himalaya, de Andes en Mexico , blijkt de naaldvaren zich als een paar alpiene soorten te hebben geëvolueerd.
Polystichum setiferum "Cristato pinnulum"
Bij Polyst
ichum zijn  vier verschillende geslachten te onderscheiden. Ze hebben in grote lijnen allemaal meer of meer de zelfde kenmerken: smalle veren op sterke, wat stugge stengels welke bedekt zijn met veel bruine of oranje gekleurde schubben.
Bent u geinteresseerd om meer en specifiekere informatie over deze varensoort te lezen, dan kunt u eens kijken op

http://www.uvm.edu/~dbarring/polystichum.htm

Het is een bijzondere interessante website gewijd aan het geslacht Polystichum  "The Polystichum Homepage", welke speciaal door Dave Barrington in het leven is geroepen voor gepassioneerde varenliefhebbers.


Bron: Dave Barrington, The Polystichum homepage.

maandag 6 september 2010

De stille kracht van varens

Milieuvervuiling blijkt in huis en kantoor vaak erger dan er buiten. Bij alle zorgen die we hebben over het milieu - van de luchtvervuiling in de straat waar we wonen tot het gat in de ozonlaag waaronder we leven - is het even schrikken, wanneer we ons realiseren dat het milieu binnenshuis soms wel tien maal slechter is dan buiten. De luchtvervuiling binnenshuis wordt gerekend tot de vijf grootste risico's voor de volksgezondheid, aldus B.C. Wolverton in How to Grow Fresh Air (Penguin, 1996).

Vooral die moderne, hermetisch afgesloten gebouwen, energiebesparend, maar slecht geventileerd en vol synthetische stoffen, stimuleren allergieën, astma en overgevoeligheid voor chemische stoffen. En we maken het er zelf niet beter op: ons lichaam scheidt voortdurend onsmakelijke biologische afvalstoffen zoals aceton en ethyl- en methylalcohol af. Het goede nieuws is, dat gewone kamerplanten uitstekende wapens zijn in de strijd tegen deze vervuiling. Wanneer de stomata van een plant opengaan om lucht en water op te nemen en af te staan, komt de lucht in beweging. Zo absorbeert de plant giftige stoffen, die terechtkomen in het wortelstelsel, waar ze door microben worden afgebroken. Verzadiging en het regelmatig vrijkomen van giftige stoffen vormen geen probleem: de verwijderingssnelheid gaat er juist door omhoog. Bovendien geven planten fytochemische stoffen af die schimmelsporen en bacteriën tegengaan.

                                                  Nephrolepis exaltata
In navolging van eerder onderzoek door de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie Nasa tien jaar geleden hebben onderzoekers inmiddels vastgesteld, dat bepaalde planten gespecialiseerde schoonmakers zijn. De krulvaren (Nephrolepis) op de eerste plaats, met als goede tweede de chrysant en op de derde plaats de gerbera, is jé van hét als het gaat om het verwijderen van de alom tegenwoordige giftige stof formaldehyde, die haast overal in voorkomt, bijvoorbeeld in papieren zakdoekjes, tapijten, gasfornuizen en triplex.

Maar de kamerpalm daarentegen is de koning van de ammoniakverwijdering; de Spathiphyllum (familie van de aronskelk) is weer het best in het verwerken van menselijke afvalstoffen. De nachtvlinderorchidee en de dwergdadelpalm verwijderen xyleen en tolueen, afkomstig uit plafondplaten, gipsplaten, verf, vloerbedekking en computerschermen. Maar ze zijn niet zo effectief als de arekapalm, die volgens Wolverton van alle kamer- en kantoorplanten die hij beschrijft het milieuvriendelijkst is. Wolverton deelt planten in naar vier eigenschappen: verwijdering van vluchtige chemische stoffen, verzorgingsgemak en groei, weerstand tegen ziekten, en transpiratiegehalte - de arekapalm geeft bijvoorbeeld één liter water per vierentwintig uur af. Zijn toptien ziet er als volgt uit: areka, kamerpalm en bamboepalm, ficus, Dracaena, klimop, dwergdadelpalm, Ficus alli (een nieuw, minder teer ras), varen, Spathiphyllum. Wolverton adviseert voor een maximaal effect om planten bij elkaar te zetten en aandacht te schenken aan details als de vochtigheid die ze opleveren - de juiste hoeveelheid voor een goede gezondheid - en de vraag of ze overdag zuurstof afgeven - de meeste wel - of juist 's nachts. Experimenteer eens met vetplanten of orchideeën in de slaapkamer. Bovendien is het volgens hem helemaal niet moeilijk en daarnaast ook leuk om deze natuurlijke schoonmakers welig te laten tieren.

Bron Life, Cathy Madison, 29 november/december 1999 issue

                                     Nephrolepis cordifolia (Lemon Buttons)

Het geslacht Nepholepis, de krulvaren, behoort in Nederland en België tot één van de meest bekende kamervarens. Onderscheiden wordt Nephrolepis cordifolia en Nephrolepis exaltata, van beiden bestaan meerdere variëteiten.
Mocht u een overweging maken om deze varen aan te schaffen; de krulvaren of Nephrolepis is een dankbare plant. Hij kan zowel op een lichte als iets minder lichte plek staan, maar hij houdt absoluut niet van volle zon of tocht. Een lichte en vochtige omgeving is ideaal.
Vanaf een temperatuur van 18 C° groeit een Nephrolepis het best, maar een iets koudere plek is ook geen probleem. De potkluit moet steeds vochtig zijn maar teveel vocht zorgt voor wortelrot. Zet de pot met varen daarom bij voorkeur op een ondiepe schotel.  In de praktijk betekent dit dat u per week meestal maar één keer water hoeft te geven op de schotel. Want watergift  boven op het midden van de plant veroorzaakt een kaal hart.